“Zolang ik bezig blijf,” zegt ze, “gaat het goed.”
Ze zit al klaar als ik aankom. Op tafel staan twee kopjes koffie en een gevulde koek – eentje die ik had meegenomen, maar waarvan ik het gevoel kreeg dat hij precies op het schoteltje paste. Grietje (77), uit Delfzijl, is het soort vrouw waar je je meteen bij thuis voelt. Warm, oprecht, en met een aanstekelijke lach.
Ze begint bijna meteen te vertellen. Over haar zus, die ze verloren heeft, en over de gedichten die daaruit zijn ontstaan. Over die laatste dagen samen aan het bed. Over verdriet, maar ook over muziek en samenzijn. Haar zus was niet bang voor de dood, maar het afscheid nemen vond Grietje moeilijk. De woorden die ze daarover schreef, helpen haar herinneren. En helen.
Haar man is al lange tijd ziek. Twee jaar geleden verhuisde hij naar het verzorgingshuis, en sindsdien bezoekt Grietje hem bijna dagelijks. Daarvoor zorgde ze voor hem thuis, als mantelzorger. Over die tijd heeft ze minder geschreven, zegt ze. Maar één gedicht – over Alzheimer, Parkinson, en de eenzaamheid die dat soms met zich meebrengt – maakte veel los. Vooral bij haar dochter, die even dacht dat het over haar ging. Grietje glimlacht. “Maar het ging niet over ons, hoor,” zei ze. “Dat was juist voor anderen. Voor mensen die zich daarin herkennen.”
Dat typeert haar. Grietje schrijft niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen. Ze deelt haar gedichten uit, aan mensen in de kerk, aan buren, aan wie het maar wil lezen. Sommige teksten gaan over verdriet of verlies, maar de meeste gaan over het gewone leven. Ze wandelt in het bos, maakt foto’s, en schrijft daar een stukje over. Met beelden zo zacht dat je er even je ogen voor sluit en denkt: ach, daar loop ik.
Schrijven gaat haar niet zomaar af. Ze gebruikt een rijmwoordenboek, schrijft alleen als de inspiratie echt komt. Maar als ze eenmaal begint, geniet ze. Het houdt haar bezig, geeft haar ruimte. “Ik kan er echt iets in kwijt,” zegt ze. En dat voel je. Haar woorden zijn persoonlijk, maar nooit zwaar. Licht en helder, als het noorden waar ze woont.
Grietje doet veel. Ze haakt dekentjes voor mensen in Oekraïne. Ze maakt kaarten met eigen foto’s. Ze heeft haar hele leven vrijwilligerswerk gedaan en kreeg daarvoor een lintje in de Orde van Oranje-Nassau. Ze is moeder van twee kinderen, oma, kerkganger, buurtmens. Maar boven alles is ze dienstbaar. Haar geloof is haar drijfveer. Ze leeft om iets te betekenen voor anderen.
Als ze vertelt over haar zus of haar man, zie ik iets in haar ogen. Op een gegeven moment raakt ze geëmotioneerd terwijl ze vertelt over hoe haar man vanuit zijn stoel uit het raam keek, zich afvragend waar hij was – terwijl hij daar, in hun huis, zeven jaar samen met Grietje had gewoond. Het raakte mij ook. Er kwamen tranen. De breekbaarheid van het moment, en de liefde die daaronder lag, bleven hangen in de ruimte. Een traan misschien, of gewoon een herinnering die even terugkeert. Maar steeds keert ze terug naar wat haar draagt: muziek, geloof, samenzijn. “Zolang ik bezig blijf,” zegt ze, “gaat het goed.”
En dat doet ze. Ze is volop in beweging. In woorden, in daden, in verbondenheid.
auteur & fotograaf Lisanne van Leeuwen



